Selecteer een pagina

Anoesiem

De Spaanse en Portugese Joden die op het Iberische schiereiland leefden tijdens de middeleeuwen moesten vanwege het edict van Castilië (31 maart 1492) zich bekeren tot het katholicisme of vertrekken naar elders. Van Frankrijk tot het toenmalige Konstantinopel kon men de vluchtelingen ontmoeten, waarvan duizenden verdronken of verhongerden. De Joden die zich gedwongen lieten bekeren tot het katholicisme werden marranos (vuil, varkens) genoemd, hoewel ze in Joodse kringen anoesiem (gedwongenen) werden genoemd.

Deze anoesiem behoorden tot de hoogste adel, bezaten de voornaamste ambten, zelfs in de katholieke geestelijkheid. Hun positie werd gekarakteriseerd als rico e nobre (rijk en edel). De katholieke inquisitie vervolgde deze anoesiem intensief en verbrandde ze bij de tientallen. Velen van deze anoesiem probeerden heimelijk hun jodendom levend te houden.

Onder het bestuur van João III van Portugal (1522-27) vluchtten vele anoesiem. In 1480 kregen Joden verlof om zich in Antwerpen te vestigen. In 1593 kwamen de eerste Portugese Joden aan in Amsterdam waar zij weer volgens de Tora gingen leven, zoals hun voorouders.

Anoesiem over heel Europa beginnen nu naar Amsterdam te trekken, waardoor voor de Republiek een gouden tijdperk aanbreekt. Dankzij hun handelsrelaties, hun kapitaal en hun begaafdheid weten deze Joden veel rijkdom te creëren voor de Republiek. Zoals de beroemde Jezuïet Padre Antonio Vieira over de Portugese Joden zei, werd de Republiek Holland rijk door hun komst, terwijl Portugal te gronde ging door hun vertrek.

 

Pin It on Pinterest

Share This